Thursday, February 25, 2010

Ik ben geloof ik toch een echte vrouw

Eén die zich druk maakt om het feit dat mensen niet zien dat je naar de kapper bent geweest. En als je dan een week later je haar hebt geverfd is het nog steeds niet zichtbaar voor mensen. 

Wel leuk is dat de kinderen uit groep 4 dan weer wel opmerken dat ik naar de kapper ben geweest :) Iig iemand die oplet!

Sunday, February 14, 2010

Vel' d'Hiv

In 1942 gebeurde er in veel delen van Europa vreemde dingen, beangstigende dingen, dingen die veel mensen lang hebben durven te vertellen. Eén van die dingen speelde zich af in Frankrijk. Frankrijk, het land van de trots, van de mensen die gesloten zijn, waren (en zijn?) er veel Fransen die zich het verleden niet willen herinneren. Inmiddels zijn er weinig mensen meer over die het ook echt vanuit hun herinneringen na kunnen vertellen. 

Op 16 juli in dat jaar werden Joden in Parijs uit hun huizen gehaald, in bussen gestopt en naar het Velodrome D'hiver gereden. Daar werden ze dagen aan hun lot over gelaten. Wachtend op wat er gebeuren ging, moesten die mensen doodsangsten hebben uitgestaan. Ongelooflijk als je bedenkt dat die mensen zonder water, eten en toegang tot toiletten daar opgepropt zaten te wachten. Waren ze in paniek? Teneergeslagen? Was alle hoop weggetrokken na een paar dagen daar door te brengen? Waarschijnlijk wel. Zonder eten, drinken en duidelijkheid wat er verder gaat gebeuren wordt een mens krankzinnig. Het lijkt me dat veel mensen het niet verder hebben gehaald dan dat betreffende Velodrome. Misschien hun zegen, hoe cru dat ook klinkt.

Want wat al die mensen, vaders, moeders, kinderen te wachten stond was een transport per trein (in de goederenwagon) naar Drancy. Een tussenkamp. Een kamp waar de vaders van de moeders en kinderen werden gescheiden. Om daarna niet meer terug te keren. Denk je eens in;

Je bent een klein kind, je weet niet half wat er gebeurt, laat staan wat je te wachten staat. Je vader wordt van je gescheiden, alles wat je hebt is je moeder. Een paar dagen later ontdek je dat alle mannen ineens weg zijn. Je hoort geruchten over dat ze met de trein zijn vertrokken. Gelukkig heb je mama nog...


Tot op een dag de politieagenten alle moeders en kinderen naar buiten drijven, uit hun barakken. De moeders moeten aan de ene kant gaan staan, de kinderen aan de andere kant. Je hoort kinderen huilen, schreeuwen, krijsen. Moeders gillen het uit. Agenten die hardhandig optreden als moeders hun kinderen proberen vast te houden...
Dan gaan alle moeders teneergeslagen, verscheurt van binnen het kamp uit. Je ziet je moeder weglopen, bij jou vandaan. Alle moed zinkt je in de schoenen want dan dringt het besef door, je bent alleen. Alleen tussen allemaal kinderen, die ineens zonder vader en moeder verdrietig, bang, hulpeloos achter zijn gebleven. 


Alle kinderen worden kaalgeschoren, daar gaat jouw laatste stukje van jezelf, het laatste waar je jezelf aan herkende als je in een glinstering van een ruit jezelf zag. Dat kind wat nu naar je terug staart in die ruit is in niets meer wat je ooit was. Al het blije, vrolijke, kinderlijke, onbevangene is uit je wegge-ebt vanaf het moment dat je werd weggehaald uit je vertrouwde omgeving, uit je huis, bij je mama en papa vandaan. 


Als het de volgende ochtend is, worden de kinderen opnieuw naar buiten gesommeerd en moet je in een rij gaan staan. In een lange optocht lopen alle kinderen naar het station. Het treinstation. Weer op weg, maar waar naartoe... Het onbekende tegemoet...

 Bussen op weg naar Drancy

Aankomst bij kamp Drancy


Alle mannen, vrouwen en kinderen werden allereerst van elkaar gescheiden om uiteindelijk allemaal weer op dezelfde plek terecht te komen. Allemaal hetzelfde lot, allemaal in dezelfde kamer, allemaal hun dood tegemoet. Het laatste station was kamp Auschwitz. Het vernietigingskamp waar zo veel Joden zijn omgekomen door haat, pure haat.

Het vreemde is dat veel Fransen het wegstoppen, nog steeds. Het valt niet te ontkennen. Het is gebeurt en toch doen veel Fransen nog steeds alsof het nooit gebeurd is. Stoppen het weg, willen het niet weten, het zich niet herinneren...

Monday, February 08, 2010

Kooooouuuuuudddd!!!

Brrrr, bibber de bibber. Wat een kou. Themometorisch gezien viel het wel mee, maar gevoelsmatig was het zeker -15. Wat een snijdende kou vandaag! Wie naar buiten is geweest vandaag heeft vast en zeker bijna bevroren ledematen opgelopen.

Vanmorgen werd ik gewekt door onze radiowekker, die op één of andere radiozender staat die we nog steeds niet kunnen achterhalen. (op de één of andere manier kan dat ding maar één radiozender ontvangen en die is ook nog eens onherkenbaar) Het eerste wat ik verstaanbaar door de kleine speakertjes hoorde komen was: gevoelstemperatuur -12. Hopend dat ze het hadden over een ver land, ergens in de richting van Groenland of Scandinavie, sleepte ik me naar de badkamer om mij vast in verschillende lagen kleding te hullen, voor het geval dat het toch niet ergens ver weg zou zijn, maar stiekem wel hier. Hop naar beneden, broodjes smeren, weer naar boven, tandenpoetsen, weer naar beneden. In mijn hoofd begon ik me al voor te bereiden op de kou die me buiten te wachten zou staan. Datzelfde hoopje hersenen zei me dat ik me warm aan moest kleden. Dus hees ik me in mijn vest, jas, sjaal en regenjas. Hop de deur van het slot en daar toog ik de koude in. Brr.. het was niets overdreven. Maar ach, wel te doen. (op dat moment iig nog wel ;) ) De schuur opengemaakt en de scooter naar buiten gesleept. Buiten gekomen met de scooter besefte ik dat mijn handen eigenlijk nu al te koud waren om normaal te functioneren. Bizar hoe kou zo snel kan toeslaan. Helm gepakt, handschoenen aan en me proberen warm te maken door de kickstart 20 keer aan te trappen. Gelukkig gaf hij niet mee en heb ik me een beetje op kunnen warmen ;) Maar toen volgde de barre tocht door de kou. Een ritje van maar 12 minuten, maar het leken er wel 30. Toen ik op de bestemming aan was gekomen was mijn kin zo koud dat ik hem niet meer kon voelen, mijn vingertoppen zo bevroren dat ik de deur van mijn werk niet had open gekregen. Gelukkig was daar de reddende engel in de vorm van mijn duocollega en kon in me binnen lekker opwarmen.

Terug weer door de ijzige kou die echt niet minder was geworden. Toen ik op de scooter stapte keek ik naar de brandstofmeter en zag dat deze niet lager kon staan dan hij op dat moment stond. Me afvragend hoe lang hij al zo laag stond bedacht ik me waar ik zou gaan tanken. Voor 1,44 bij de Frod garage, die twee straten verderop is of voor 1,37 bij de Tango, die 3 kilometer verderop is. Het gewaagd naar de laatste te rijden. Gelukkig onderweg niet gestrand en heelhuids aangekomen bij de Tango. In de kou de tank weer volgemikt en daarna op huis aan. In de achtertuin was ik inmiddels weer in de vorm van een ijsblokje de scooter aan het opruimen, terwijl manlief in shirt en vest naar buiten komt. Brrrr! Gelukkig was het binnen weer behaaglijk warm en kon mijn ik mijn koude lijf weer opwarmen. Heerlijk!


Wat een dag!